Donkerzwart gat,
stilte in het midden.
Verborgen schat,
had ik die stilte
maar niet gehad.
Stilte overal,
stilte om me heen.
Een donker dal,
de stilte gaat
door merg en been.
Stilte zal komen,
geluid zal gaan.
Stilte overal,
zelfs in mijn dromen.
Geen been om op te staan.
Zelfs de liefde overwint hem niet,
het is dat dal waarin je niks ziet.
En dan dat moment wanneer
je je verstapt,
dan val je diep,
diep, diep.
Vallend naar beneden,
niks te zien,
niks te horen.
Alleen jezelf,
maar dan opeens,
gaat een wereld
voor je open.
Je kunt weer zien,
je hoort de liefde,
je hoort de mensen.
Fantasie sprankeld,
het moment dat je
niet meer wankelt.
Schitterend licht,
de zon schijnt.
Alleen verwondering
en een mooi licht in zicht.
Mooie wereld,
mooi gezicht,
zo blij, er is licht.
Dan komt opnieuw
een zwarte vlek,
Stilte nadert.
Ik ren weg, vlucht,
het geluid geeft zijn
laatste zucht.
Geluid en licht gaan,
laten mij hier alleen
in het donker staan.
Je laat me alleen,
alleen achter in stilte.
Een donker dal,
dat is waar ik eindigen zal.
Laat wat van je horen