Ik doe mijn ogen open
en stap uit mijn kist.
De avond is gevallen
en er hangt een dikke mist.
Ik zeg “dag” tegen de dag,
de nacht is voor mij.
Mijn oren en mijn tanden
staan er weer lekker puntig bij.
Ik ga op pad, op zoek naar wat bloed.
Want na een litertje of wat,
voel ik me weer goed.
Andermans leven interesseert
me geen zier,
ik ben toch al zo dood als een pier.
Ik ben een vampier!
Laat wat van je horen