Het bijtende woud

Ik lig naast jou in bed
Mijn vingers nestelen zich
In de krullen van jouw zachte stilte
Gevangen in een zwarte driehoek

Plotseling bloeit er een droom in ons bed
Ik zie vreemde handen groeien uit jouw buik
Handen die ik niet ken
Niet kennen wil

Mijn vingers vallen stil
Na het horen van heimelijke minnekreten
Die reeds eerder op de avond
Jouw zachte stilte openspleten

De ontmoeting verkromt mijn hand
Vingers rukken zich los uit dit bijtende woud
Maar breken bij mijn handen af
En laten als straf een stompe bout op jouw zwarte driehoek achter

Een fabelachtig schepsel met bokkepoten komt stompend op mij stoten
Opeens voel ik bevrijdend
Hand over hand glijden
Jouw handen strelen mij vlug
Uit mijn droom terug

Ik word wakker en weet
Dat een niet verwerkte herinnering
In een vloek en een zucht
Mijn droom voorafging

Je ligt nu weer binnen handbereik
Je lichaam ademt luid
Jouw zachte stilte zucht
Ik zucht en vloek tegelijk
Mijn worsteling uit

Zeer slechtSlechtRuim onvoldoendeOnvoldoendeTwijfelachtigVoldoendeRuim voldoendeGoedZeer goedUitstekend (Nog geen stemmen)

Laat wat van je horen

*

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten