Op de klanken van ’t eeuwig leven
danst een hart tijdloos in het rond
Al zwevend, door liefde verdreven
raakt het stilletjes de zachte grond
Ooit gebroken zoekt het op de tast
naar enig houvast in ’t aardse leven
Berust, in wat ervaren werd als last
maar in gedachte is achtergebleven
Afvragend naar de zin van ’t bestaan
blijft ze verder in zichzelf wegdwalen
Trachtte andermans taal te verstaan
maar het woord liet zich niet vertalen
In serene rust verklaren haar dromen
dat het leven pas begint na de dood
Waar vrijheid door liefde kan stromen
voelt de toekomst als ’n bondgenoot
Laat wat van je horen