Hij zit daar stil aan de waterkant
waar het briesje van de wind
het riet constand in beweging brengt
in de vroege ochtendgloren
die de visser zijn hart bekoren.
Het riet in het klossent water
tegen de keien heen en weer beweegt
door het zand
in het mooie waterland.
Zo het water ook voortkabbelt
als de zachte tonen van de muziek
waar het licht speelt door het riet
daar heel nieuw leven ontwaakt
wordt hij keer op keer weer geraakt.
Daar het riet weerspiegelt
in het roerend water
hem in vervoering brengt
dan kan hij de klanken horen
van hemels muziek
die zijn ziel strelen
en hem nimmer vervelen.
Ook waar het dobbertje dobbert
en deint op de golfjes keer op keer
in het roerend water
tussen het wuifend riet
staart de visser
in de spiegel van zijn ziel.
het
zit de visser
keer op keer
daar elke ochtend weer.
Laat wat van je horen