Daar staat een Standbeeld.
Een woeste leeuw die kijkt
alsof het hem niks scheelt.
Hij is gedoemd om eeuwig te kijken,
De tijd gewoon te laten verstrijken.
Hij waakte over de deuren
van zijn huis,
Naast zijn identieke broer.
Zij zijn gedoemd om eeuwig te kijken,
De tijd gewoon te laten verstrijken.
De mos groeide op zijn neus,
Probeerde hem te bevrijden,
Hen beiden.
Zij zijn gedoemd om eeuwig te kijken,
De tijd gewoon te laten verstrijken.
Zijn laatste kansen verspeelt,
De bedoelingen van het groene mos verkeerd beoordeeld,
Verliet de leeuw zijn hol.
Zij waren gedoemd om eeuwig te kijken,
De tijd gewoon te laten verstrijken.
Afgebrokkeld,
staat daar een schim van wat ooit
een machtige leeuw is geweest,
Een prachtig beest,
Een statige wachter,
Gedoemd om eeuwig stil te staan.
Laat wat van je horen