In de gang bij mevrouw Wiegel,
hangt een heel bijzondere spiegel.
Zo eentje die het niet kan laten,
om met iedereen te praten.
Als Wiegel voor haar spiegel staat,
net voor ze naar buiten gaat,
dan wil die spiegel haar nog even,
flink wat goede raad meegeven.
Hé, wacht nog eventjes mevrouw,
kijk eens naar je linkermouw,
er zit nog een pluisje aan,
zo kan je niet naar buiten gaan.
En neem maar een andere tas,
deze staat niet bij je jas.
Mevrouw, een hoedje met een veer,
dat zie je al heel lang niet meer.
Ja, zegt mevrouw, je hebt gelijk,
op die manier sta ik te kijk.
Ik wil netjes op bezoek,
ook al is ’t maar om de hoek.
Ik maak een tripje met de bus,
‘k ga op visite bij mijn zus,
ook al zijn het maar enkele straten,
ik wil niet dat de mensen praten.
Dank je wel hoor, lieve spiegel,
dank je wel, zegt mevrouw Wiegel.
Spiegel zegt dan, graag gedaan,
en dan pas mag mevrouwtje gaan.
Laat wat van je horen