Soms denk ik bij mezelf:
Was ik maar weg hier.
Hier is haat en verdelf.
Was ik maar een gier,
Kon ik ver boven de wolken zweven,
Naar een ander land,
Al was het maar voor even.
Maar, ik heb dat niet in de hand.
Was het maar waar,
Ik, met de touwtjes in handen.
Dan was er geen gevaar,
Dan zou ik gaan naar verre landen.
-als ik daar het geld voor heb-
ik wou dat dát waar was!
Maar dit is niet echt, Dit is nep.
Dit is zo nep, als mijn vaders stropdas.
Ik ga gauw weer verder dromen,
Dromen, wat wél uit kan komen.
Laat wat van je horen