De zon,
laag aan de november lucht,
waterig geeft zij schaduwen
van de bomen, die geducht
mij beschermen voor haar kluwen;
mij beschermen tegen haar licht,
als zij mijn vrijheid ontneemt,
ook mijn beperkte zicht,
mij nog meer van de omgeving vervreemd.
De maan,
zo helder, gebroken wit.
Genietend van deze vrieskou,
neemt zij mij in haar bezit,
wetende dat ik van haar hou,
wetende dat ik mij laat gaan,
mij doet verleiden tot een dans,
Voert mij ver hier vandaan.
Steeds meer raak in een diepe trance.
De band,
wij samen door die kracht,
die ons ketent, een lichtbron:
de maan onmiskenbaar zacht
door een energie als de zon.
Laat wat van je horen