In het donker van de nacht
daar hou ik de wacht
de wind die door mijn haren suist
ik sta op het balkon van mijn huis
de vogels die door de manenschijn vliegen
en fladderen met hun vleugels
daar mooi boven de heuvels
mijn donkere ogen die tranen
ze zoeken hun banen
opeens zijn alle vogels weg
ik voel vreselijke pijn
en de volgende morgen
lig ik dood in de zonneschijn.
Laat wat van je horen