Oud en vermoeid
zit je aan je bed gekluisterd
waar je met het eten knoeit
daar in je bed
zit je heel vaak te schrijven
je zoveelste gedichten
met heel veel gezichten.
Je was ook zeker niet bang
om te leven
waar je hebt liefgehad
en ook gefaald
door alle moeilijke jaren heen
zijn je ogen altijd blijven stralen
nu wacht je
tot iemand je komt halen.
Jouw kinderen
hebben je allang in de steek gelaten
nu ben je alleen en verlaten
de hond is inmiddels
een jaar geleden overleden
nadat hij was overreden.
De pen is al bijna je hele leven
je bontgenoot
dat was eens je brood
ook al ga het dichten
van je gedichten
je steeds moeilijker af
dan blijf je toch tot het einde toe
gedichten schrijven
want zonder pen besta je niet meer.
Laat wat van je horen