Er was eens een zwaan
Hij zwom in een meer
En poetste netjes zijn veren
Dat hoort, bij nette heren.
Het water was helder en schoon
Hij waande zich in een droom
De kikkervisjes en de visjes
Zwommen aan hem voorbij
Hij bekeek alles eens goed
En had hoop en goede moed
De zon die scheen
Door het water heen
Het glansde helder goud
Toch ! het water was koud
De zwaan was ijdel en trots
En toen … stopte hij plots
Daar zag hij een vrouwtje komen
Zag de kindertjes van zijn dromen
Zeven zwaantjes klein en teer
Zwommen in het schone meer
De plantjes aan de waterkant
Kikkerjes spelend op het zand
De waterlelie en de lis
Het meer was vol met vis.
Laat wat van je horen