Die volle nachten badend in maan
Gaven wij ons onze jeugd.
We lachten we weenden – namen
Onze tranen voor dauw van dageraad.
Dagen die wij eens kenden
Weken voor jaren die ik doorbracht.
Ik leefde een leven dat ik niet begreep
Door ’t klimmen van de jaren voor mij bedacht.
Laat ons nu, door tijd voorbijgestoken
De druiven van september lezen
En elk waas over de gegiste tijd
Wissen met onze tranen.
Laat wat van je horen