Ik had een huis,
een vriendin en een goede baan.
Voordat ik het wist was ik alles kwijt, dakloos en eenzaam.
Ik had honger en niets te eten.
Geen water, kon nog geen eens uit mijn lichaam zweten.
Het was wennen zonder geld
en vrienden.
Ik liep de hele dag over straat om warmte en eten te vinden.
Op dat moment werd mij bekend
waar ik stond.
Ik werd door niemand erkend en niet begrijpend waardoor het ontstond.
De dagen waren koud, donker en lang.
De oude goede tijd dat is waar ik naar verlang.
Steeds langzaam begon ik te vervreemden van mensen.
Terwijl ik mijn best deed
en met nog zoveel wensen.
Opeens had ik niets meer,
maar mensen die ’t zelfde hadden
en niet veel meer.
Laat wat van je horen