Ik loop langs het stille strand,
Met mijn ouders aan mijn hand.
Aan de rechterkant zie ik bunkers met soldaten erin,
Aan de linkerkant zie ik de grauwe grijze zee.
Het wordt vloed,
We lopen een stuk naar rechts.
Maar dat hadden we beter niet kunnen doen,
Dat besefte ik later.
Opeens hoorde ik een knal,
Een knal vlakbij.
Het kwam uit een bunker,
Een bunker ver, ver weg
En toch was het dichtbij,
Dat voelde ik meteen
Want toen ik om me heen keek,
Keek ik naar twee verloren ouders.
Laat wat van je horen