Daar zitten ze hand in hand
op dat bankje onder de bomen.
Blozende gezichten naar elkaar
gekeerd onder het geelkoper
van het verkleurend bladerdak.
Haar spiegelbeeld en dat van
het bos ziet ze in zijn iris. Zij
voelt zijn kracht in haar smalle
vingers, brandend van verlangen
naar hem, hoe hij is, was, zal zijn.
Zijn hart gaat wild tekeer als hij
haar ogen ziet, zo vertrouwd,
vol vuur en vaart.
Hij voelt hoe haar
zachtheid strijkt langs zijn huid,
haar gloed diep binnendringt.
Daar valt een bruin blad
in haar schoot – van
een Amerikaanse Eik.
Lachend kijken ze ernaar,
dan naar elkaar, zo verliefd na
meer dan vijfenveertig jaar.
Laat wat van je horen