Daar stond ze weer.
met niets meer.
met een traan op haar gezicht.
het was een moooi zicht.
het leek op een ijskristaldat door de zon verscheen.
jamer genoeg was het er maar één.
ze viel neer in het water.
en zij tot later
ze lag stil en zij niets meer.
ze was er niet meer.
Laat wat van je horen