Daar lag ze dan
op de geruisloze heide,
gesluierd in haar met het
maanlicht beschenen fluwelen jurkje.
Geen mens die haar zag,
geen dier die haar fruitige
geur opmerkte.
Het gras streelde aan
haar kille handen
en de wind waaide door
haar lange bruine lokken.
De stilte trof haar hoogtepunt
en de nacht,
de nacht heeft nog nooit zoveel verdriet gekend.
Laat wat van je horen