Brood en spelen

Een maatschappij in groei.
Een economie in bloei.
Productie, hoger dan nodig.
Mensen, meer dan overbodig.
Welvaart, die men niet wil delen.
Het volk wil;”Brood en spelen!”.

In kamer en kabinet,
Wordt uitvoerig uiteen gezet,
Hoe verdelen we het beleid,
om inkomsten in welvaartstijd.
En om de kiezer te strelen,
Geven ze..,”Brood en spelen!”.

We willen wel wat doen.
Maar, ’t kost instens een miljoen,
om véle levens te redden.
Heláás, vergokt met wedden.
En om de wonden te helen,
kiezen we…,”Brood en spelen!”.

Nóóit verzadigd van ’t genoeg,
“Vliegt” ons geld in casino en kroeg.
En in veel onnodige zaken.
Tijd om de overheid te “kraken”.
Maar geen tijd om te verdelen.
Wíj moeten…,”Brood en spelen!”.

Een wereld in ellende.
Geen méns die dat nog ontkende.
Kindersterfte en hongersnood.
Een bitere klacht om dagelijks brood.
En een overschot bij velen.
Wíj éísen…,”Brood en spelen!”.

T.v. en radipo staan “bol”.
Oorlogen eisen dagelijks tol.
En wíj…, rutig thuis.
Zíén alles op de buis.
Beelden, die onze ogen strelen.
Wij hébben…,”Brood en spelen!”.

Eéns, was er het “Rijk der Romeinen”.
‘T ging -geheid- naar “de Filistijnen”
Hun cultuur ging verloren.
Geen roem was hun verder beschoren.
De strijd begon hen te vevelen.
Ze hádden…,”Bróód én spélen!”.