Klein gedrukt gehouden, niet los kunnen komen.
Zoekend naar mezelf hopen dat ik beter opkom.
Wie ik ben, is de vraag die mijn hart luid.
De duister in moet kijken, zonder dat ik erin luis.
Snap het niet met woorden
en geen stress meer in de morgen.
Een woord dat vast staat, ZOEKEND, moet ik aanhoren.
Een traan, stroomt langs mijn gezicht
Vragend aan mij, wie ben jij verplicht
Jezelf? praat je je klein door anderen
Ik denk het, ik zal nooit veranderen
Spreek woorden zoo mooi, maar heb een glimlach van bedrog.
Positief kan glimmend zijn, maar negatief net een complot
En destapel verhoor, dat nog in je hoofd zit.
Blijf maar vragen, wie ben ik?
Dit is meschien het antwoord
Het vraag waar ik achter kom
Een engel maar volgen
En richten de hemel wandel.
Laat wat van je horen