Ik zit hier heel alleen.
In een donkere kamer.
Onder mij een vijver.
Gevuld met tranen.
Waarom ging het zo snel.
In een flits ging het voorbij.
Was jij nog maar bij mij.
Je warmte is als een baby,
bij zijn moeder weggehaald.
Uit mijn leven verdwenen ben je nu.
Ik zou niet weten waar je uithangt.
Wil ik het wel weten.
Ik moest je maar vergeten.
Het is zo stil
in de ruimte om mij heen.
De deur zo dicht,
waar jij altijd door verscheen.
De lucht is niet meer blauw,
maar zwart en wit.
je moest eens weten hoe diep
je in mijn hart zit.
Opgesloten voor altijd.
Voor altijd in mijn kluis.
Niemand die het weet,
behalve jij alleen.
Laat wat van je horen