Als stormen komen, overdag;
Je staat in ’t volle leven;
Met een gulle warme lach;
Wat plezier kan geven…..
Dan opeens komt daar bericht;
Je kindje klein, is dood!
Hij, die was jouw levenslicht!
Zomaar, weg… de nood is groot!
Dan valt er een nare stilte;
In een lijfje stil en klein.
Daar is nu een klamme kilte
Waar druk leven in moest zijn.
Onbegrijp’lijk dit gebeuren;
Waar was God op dat moment?
Wij vragen dat; en treuren,
“hij was toch onze grote ‘vent’?”
Deze vraag, die hoor je vaker;
Het antwoord krijg je zeker, ooit!
God de Heer is toch de Waker?
Het inzicht komt,
als*Tijden zijn Voltooit*
Nu is het kindje in Zijn Armen;
Veilig en geborgen!
De Liefde God’s zal hem verwarmen;
Wachtend op dé Nieuwe morgen!
Laat wat van je horen