Langzaam loopt ze verder,
over de lange straat.
Lang en leeg,
langzaam en eenzaam.
Ze loopt,
zo oneindig,
zo nutteloos.
Zonder doel voor ogen,
zonder uitweg,
zonder iets.
Ze loopt,
Naar een beter leven,
Die er toch niet is.
Ze loopt,
Naar de zon,
Die ze nooit zou bereiken.
Ze loopt weg,
Van haar gedachten,
Die ze nu al lang achter haar heeft gelaten.
Ze loopt,
In de hoop,
Om iets te vinden.
Ze loopt,
Oneindig en eeuwig.
Laat wat van je horen