’t Sneeuwt,
Zijn kastanjebruine ogen stralen,
Zijn neus is oranje door de kou
En zijn ronde buikje voedt zich met De weersomstandigheden.
’t Dooit,
Zijn bruine ogen kijken sip,
Zijn neus is oranje en snottert.
zijn buikje is weg: onbegrip.
De zon schijnt,
Twee kastanjes en een wortel liggen voor mij.
En evenals het winterweer,
is mijn wintervrund niet meer.
Laat wat van je horen