Een klein gevlekt winterkoninkje.
Verloor plotseling zijn woninkje.
Door een zware storm vernield
’t enige dat het vogelke in bescherming hield.
In bar en ijzig koud zoeken alle dieren groot en klein.
Naar een huizeke,
’t mag best simpel zijn…
Het winterkoninkje dus heengevlogen.
Op zoek naar een beter onderkomen.
Ijverig en met grote spoed.
Zoekt het gevederde beestje hier en daar.
Al drukdoende, met niet opgegeven moed.
Al het bouwmatariaal bij elkaar.
Twijgjes, blaadjes, stukjes hout ineengevlochten.
’t stopt alles bij elkaar het ijzige tochten.
Het nieuwe huisje is nu helemaal klaar.
En ergens… niet ver vandaar.
Weerklinkt in heldere tonen.
Statig het koninklijke lied.
Het nieuwe huisje in een heg verscholen.
Je kan véél zoeken, vinden doe je ’t niet!
Laat wat van je horen