De laarsjes zijn aan
We kunnen wandelen gaan
Het bos nog niet gevoeld
Springen ze in de poel
Met de vissen in de hand
staan ze weer aan de rand
Ze zullen zich niet vervelen
Zullen alles samen delen
Plons daar gaat de dolfijn
Hij is van plastic en klein
En de haai en de makreel
Ze hebben er heel veel
Ze spetteren en kliederen
zingen daarbij nog liederen
We kijken hoe ze het doen
Dan komt er een dikke zoen
Een jeugd herrinnering komt naar boven
Toen we over de sloot heen boogen
Met en emmer en een vis netje
Riep ik vis ik heb je
De salamander ving ik ook
Dikkopjes en waterspinnen
Schaatsertjes en bloedzuigers
Stekelbaarsjes uren lang
Zat ik langs de waterkant
Laat wat van je horen