Wazig keek ik naar je op,
Stilletjes vroeg ik
jou waar je heen zou gaan,
Jij antwoordde me
met een zachte, gebroken stem
Dat jij het ook niet wist,
Maar je moest weg gaan
en nooit meer terugkomen,
Je moest ons gaan verlaten,
Zodat wij niet meer
in gevaar zouden leven,
Maar nu vraag ik me af,
Waar jij je hebt schuilgehouden
En waar jij je nu bevindt,
Want vanaf de eerste dag
dat jij ons alleen liet,
Miste er bij ons iets,
Of liever iemand.
En diegene ben jij.
Laat wat van je horen