Angst en verdriet
Huizen worden weggespoelt.
Water dat komt dichterbij.
Dat water dat jou verkoelt.
Maar alle lol is wel voorbij.
Misschien komt het ooit nog weer goed.
Maar ja familie die heb je niet meer.
Maar hou wel moed.
dagenlang zwerven langs de straten.
En niemand is er om voor je te zorgen.
Niemand om meet te praten.
Ze hebben allemaal de wereld verlaten.
Je reist af naar een ander land.
Hoop dat is wat er nodig is.
met je voeten is het zand.
Jij bent alleen nog over.
maar wat ligt daar in zee?
Een boot een boot je bent gered.
Je gild het uit o wat een pret.
O gelukkig gelukkig dit is zo fijn.
Je bent blij dat je hier mag zijn.
Natuurlijk familie ben je kwijt.
Maar jij had er zelf ook niet meer kunnen zijn.
Wees dus blij dat je er nog bent.
Want stel dat het niet zo was geweest.
net als je familie in een kist.
Dat zou je niet willen als je dat wist.
Laat wat van je horen