Ik ben een vrouw en das heus geen pech, heb geen last van agressie als ik rijd op de weg.
Ik laat tenminste geen lamp aan voor nop en ruim al mijn rotzooi achter me op.
Als ik iets zoek, vind ik het in 1 keer.
Kan tegelijkertijd bellen, koken en nog veel meer.
Van een griepje is bij mij niet veel te merken.
Ik neem een asprine en ga gewoon werken.
Ik hou me bezig met echt belangrijke vragen, in plaats van jammeren om de voetbaluitslagen.
Al is vrouw zijn dan een enorme zegen.
Helaas houdt de man onze ontwikkeling tegen.
Hem aan zijn lot overlaten is misschien een makkie.
Maar wie strijkt dan zijn overhemden en kookt zijn prakkie?
Dat is niet het enigste geval.
Wat echt irritant is bij mannen: hun gebral.
Ze denken zelf de beste te zijn.
Vooral spotten met vrouwen vinden ze fijn.
Uiteraard laten we ze in hun waan.
Want de waarheid kunnen ze psychisch niet aan.
Mannen zijn eigenlijk nog een kind
Dat spelen met auto’s het einde vindt.
Die een potje gaat vechten als hun club verliest.
Computerspelletjes speelt en maar aanknoeit als ie piest.
Nee, mannen willen de waarheid niet horen.
Zonder vrouwen zijn ze verloren.
Laat wat van je horen