Alle aards verpakt in wit
Zet het donker in het licht
Zittend aan de heiderand
Waar ik van het leven dicht
Verre lichten, grote steden
Fijne stilte, weidse pracht
De wind die fluistert
Heel tevreden
Het lijkt wel
Of zij naar me lacht
Een hond zo blij
Een kwispelend kind
De vlokken uit het hemelruim
Dwarrelen zachtjes
Naar beneden
Maken de grond zo zacht als schuim
Een glimlach op mijn dun gelaat
De pracht van alle sneeuw
Die even alles anders laat
Een wereld zonder geschreeuw.
Laat wat van je horen