Telefoon, de nacht nadat we praatten,
trillende stemmen, stemmen die wenen
je hebt ons verlaten
ik zak door mn benen
dit kan niet, dit kàn niet
toch kon ik het vermoeden
niemand zag jouw stil verdriet
gisteren was je hart aant bloeden
je broers begrijpen het niet
je pa ontkent je leven;
“hij had geen verdriet,
wat heeft hem zo ver gedreven?”
het spijt me, voor de blinden
aan ons had je niet genoeg
daar kon je weinig troost in vinden
slechts 1 plek voor jou; de kroeg
nu hang je hier.., levenloos, zo stil
tranen stromen over mijn wang
hoe graag ik ook schreeuwen wil
m’n hart verstikt, ik ben bang
dit kan niet waar zijn,
het is niet waar
dit is maar schijn
straks zie ik je daar..
maar die plaats blijft leeg
gevuld met pijnlijke gedachten
die je zo graag verzweeg
terwijl we naar je lachten
je had een engelengeduld
maar het werd je teveel
zelfs je laatste wens werd niet vervuld,
uitgestrooid worden op zee
nu wordt je meegevoerd
door wind en gras
alweer een verloren vriend
die te mooi voor deze wereld was
heeft een eeuwigheid in de hemel verdiend.
Laat wat van je horen