Je houdt nu van een ander
en och ik eigenlyk ook.
Hoe komt het dan,
dat ik steeds weer denk.
Aan hoe je lachte,
keek en rook?
En als ik jou
met haar tegenkom,
dan laat ik me niet kennen.
Ik ben voor jou verleden tyd.
maar daar kan ik
niet aan wennen.
Laat wat van je horen