Toch zijn er momenten,
Op fluistertoon gebracht.
Lege gedachten dragend,
Besef zo onverwacht.
Prinsessen zinder kronen,
En dagen zonder naam.
En zeeën zonder golven,
En helden zonder faam.
Soms voel ik me een afslag,
Bestemming onbemind.
En onaantrekkelijk,
Voor degene die hem vindt.
En de vreemdeling sprak,
Hij sprak van prinsessen op een naamloze dag.
En zong,
Een klaagzang,
Beschreef een lang vergeten lach.
Vertelt hij me wat ik al wist,
Mijn geweten huilt.
Tranen van besef,
Ontroostbaar door een onmacht.
Vergeten woorden,
Vergeten lach,
Vergeten dat je me onthouden mag?
Laat wat van je horen