Ik was een meisje van vijftien
Nog nooit het leven voor ogen gezien
Toen begon de ellende
En niemand die mij nog herkende
De scheiding van mijn
ouders was een klap
Waardoor ik veel problemen had.
Toch bleef ik op
een positieve gedachte
En dan nog steeds
denken mijn problemen,
die kunnen nog wel even wachten
Dan gebeurd er iets totdat
je het niet meer weet
En al het goede om je heen vergeet.
Vanbinnen is het donker en koud
Het is net alsof niemand
meer van mij houd
Niemand die dat aan je ziet
Maar van binnen heb ik een hoop verdriet.
Op het laatste doet het
alleen maar pijn
En denkt tot niemand meer
bij me wil zijn
Maar toch moet je er door
heen zien te komen
Duw het verdriet weg en ga
over goede dingen dromen.
Denk aan een goed vooruitzicht
Aan de zwaarte kracht en aan je evenwicht
Praten en nog eens praten
Dat is wat er telt,
anders is het te laat en zal je iedereen gaan haten.
Maak je hart weer vrij
Zodat iedereen die je buiten sluit,
weer bij je kunnen zijn.
Laat wat van je horen