Van buiten zo gelukkig,
geen traan over mijn wang.
Maar van binnen heel diep gekwetst,
somber en heel bang.
Geen mens die zal vragen,
Hoe het met me gaat,
want niemand geeft om me,
overal maar haat.
Mensen die om me geven,
Denken het is wel goed,
Maar niemand ziet hoe het is,
En hoe het verder moet.
Mijn uiterlijk is een dekmantel,
Voor wat er van binnen schuilt.
Het is niet de buitenkant,
Maar de binnenkant die huilt!
Laat wat van je horen