In de tijd van Romeinen en Kelten
Verscheen jij zo plots,”Sint-Velten”.
Jij zalfde de harten bij velen.
Als bisschop en als arts.
Goud van binnen.Een binnenste
van geurig hars en kwarts.
De wreedaard Claudius Twee,de keizer,
had voor soldaten een hart van ijzer.
Geen vrijen of houden van hun vrouwen.
Het zou hem later diep berouwen.
Want ook soldaten verbied je niet
Je huis, je kind,je vrouw te beminnen
Door metalen wetten of ijzige zinnen.
Zelfs op harde liefdeloze wegels.
Wie kan tederheid aan met regels?
Voor alles is er een tijd.
Al lijkt het maar een speldenprik.
Haten wint immers nooit de strijd!
Je besefte dit voeger voor zij en ik Jij bevrijdde christen en heiden.
Van die tirannieke despoot.
Zijn onverdraagzaamheid was groot.
Jij ging je aan de liefde wijden.
Gelukkig voor velen en ons beiden.
Jij verlichtte blinde mensen.
De kans tot aaien en tot wensen.
Het kostte je de vrijheid en dood.
Je liet vlug nog een briefje na.
Bij een of andere wijze cipier.
Een bloemenvers rood geschreven:
Een gele bloem viel eruit:
“Van je Valentijn”.
Zo moet ook liefde dierbaar zijn…
Laat wat van je horen