Twee voeten,
hand in hand,
lopen samen,
door het zand.
De een, de ander,
langs elkaar,
gaan ze zachtjes,
daar gaan ze maar.
De zon zakt,
een dag verdwijnt.
De maan komt,
sfeer verschijnt.
De voeten stoppen.
Ze gaan niet meer.
Daar staan twee andere,
plots, in één keer.
Tenen raken,
elkaar aan.
Maar doen niets anders,
dan rustig staan.
Twee ogen kijken op,
twee andere ook meteen.
Sloom schuiven twee hoofden,
voorzichtig langs elkaar heen.
En boven die voeten,
vier koude voeten,
gebeurt als je heel goed kijkt,
iets wat bijna magisch lijkt.
Laat wat van je horen