Ik neem jou in mijn hand,
jouw gevoeligheid weegt zwaar,
je bent als een kind,
je was een lang verwachte gast.
Jouw woorden waren waar,
niet uit steen gehouwen,
of afgebikt van richels,
zo won jij mijn vertrouwen.
Jij bent niet hier geboren,
maar verdrinkt in ’t talent,
je verstaat de warme taal,
die geen grenzen kent.
Ach, ik wilde roepen,
dat de vrijheid zegeviert,
dat de doden kunnen trekken,
maar ’t leven altijd wint.
Want doods is hun verdelen,
in rassen, geloof en kleur,
en allen zijn wij slechts,
zoekend als zovelen.
Hef je hoofd op en kom,
raak de vrije stormzang,
die hun wetten zullen breken,
dat is al wat ik verlang.
Laat wat van je horen