Stoppen of doorgaan,
dat is de vraag.
Doorgaan of stoppen,
vooral dat laatste wil ik graag.
Stoppen of doorgaan,
het lijkt een makkelijke keus.
Doorgaan of stoppen, de knoop doorhakken is in deze de reus
Stoppen of doorgaan,
waarom kan ik de keuze niet maken?
Doorgaan of stoppen,
bang dat ik het niet kan maken.
Stoppen of doorgaan,
ik wil zo graag naar huis.
Doorgaan of stoppen,
want bij jou ben ik thuis.
Laat wat van je horen