De bubbels in je hals
maken je onweerstaandbaar.
Je smaak is neutraal,
de mijne niet.
Ik wil je openen,
maar voel me zo raar.
Spugen lukt niet meer,
zo’n dorst heb ik.
Zijn het de zenuwen,
of is het je prik.
Draai hem maar op, zegt een stem,
maar de ander weerhoudt me en fungeert als een rem.
De druk die loopt op,
ik kan niet meer staan.
Dan is het zo ver
en laat ik me gaan.
Nog een slok en nog een slok.
wat had ik een dorst,
zo veel trek en zo weinig gemorst.
Even ben ik koning,
even ben ik rijk.
Maar dat tgevoel is over als ik naar die lege fles kijk.
Laat wat van je horen