Peinzend kijk ik uit mijn venster,
En zie de wereld als in rouw.
Kale bomen, nergens bloemen,
En de lucht is dicht en grauw.
Maar uit grijze wolkenvelden,
Vallen vlokken naar benee,
Brengen als uit ’n sprookjeswereld,
Licht en vrede met zich mee.
Langzaam gaat het al verdwijnen,
Als door een wonder toegedekt;
Zie, hoe ’t witte, donzen sneeuwkleed,
Het duister aan het oog onttrekt.
Peinzend kijk ik uit mijn venster,
Naar die wereld van de schijn.
Mocht het, denk ik, eens op aarde,
Voorgoed zo licht en vredig zijn.
Laat wat van je horen