Als er altijd herrie is,
herrie om je heen,
dan heb ik liever duisternis,
en ben ik ’t liefst alleen.
Maar als ik altijd alleen zou zijn,
en niemand met me praat,
dan zou ik sterven van de pijn,
en voel ik me gehaat.
Het fijnste is nog het geluid,
van ruis op de tv,
het klinkt als water uit een tuinspuit,
of als een woeste zee.
Als de herrie me te veel wordt,
dan denk ik aan een buis,
met geluid waar ied’reen zich aan stoort,
dit geluid heet ruis.
Laat wat van je horen