Achter gesloten venster,
gezeten in de kamerhoek,
herinner ik me vele dagen,
altijd weer naar jou op zoek.
Achter beslagen ruiten,
verspil ik nu mijn tijd,
en dan straks maar weer,
voorzichig de gordijnen sluiten.
Vogelbeesten krassen,
zonder enig mededogen,
alsof ze er nog lol in hebben,
spotten met mijn zieletogen.
Ach, voorbijgevlogen dagen,
wat heb ik jullie verspild.
Ook de tijd zal niet vertragen,
achter gesloten venster,
waar mijn leven zich verstilt.
God heeft al besloten,
kordaat en zonder ommewegen,
deze creatie uit te stoten.
En toch vraag ik zonder twijfel,
om zijn troostend liefdeszegen.
Laat wat van je horen