Een ontmoeting op straat, zomaar.
Een blik, een lach.
Ik merk dat ik staar.
En kijk je na in verwondering.
Potverdorie, wat een lekker ding!
Elke dag zie ik je weer.
En hoop op dezelfde blik.
En misschien wel een beetje meer.
Zou ik je zomaar kunnen vragen?
Het blijft aan mij knagen.
Goedendag, breng ik stamelend uit.
Zij kijkt mij in lachende verwachting aan.
In gedachte is zij reeds mijn bruid.
Zullen we eens wat gaan drinken?
In de verte hoor ik haar antwoord “Ja” klinken.
Laat wat van je horen