Zonrood loopt over in roze wolken
Als waterverf over maagdelijk wit doek
De wind wordt nieuw leven ingeblazen
Een zijdezachte bries beroert bladeren
Koel als een winters zomerhuis het zand
Vogels rekken en strekken hun gekwetter
De zee vindt hier eeuwig haar Waterloo
Golven gesmoord in namen op strand
Bulderende waterkoprollen beuken zand
Over de korrels heen en weer terug
Het strand een gewillige minnares
Ik loop er als voyeur tussen
En geniet van dit wonderlijk samenspel
Laat wat van je horen