Heb de wekker in het oog.
Ik woel, ik draai, ik keer.
Kan de slaap niet vinden.
Elk weekend, keer op keer.
Twaalf uur
sleutel in het slot
het kraken van de deur
het blaffen van de hond.
Twee paar schoenen
Stilletjes op de trap
gefluister en gelach
gedempt zoals het mag.
De stilte valt
Men ogen worden swaar
voel de slaap reeds komen
want mijn zonen zijn aan ’t dromen.
Laat wat van je horen