Kijkend uit de ramen,
in het klaslokaal.
Hoor je mijn gedachtes allemaal.
Niemand die wat opvalt,
Niemand die het ziet.
Het is mijn gedachte en verdriet.
Spelend met de beelden.
Die ik toen voor me zag,
Niets wat mij hart heelde.
Tegenover jou gedrag.
Was jij maar die me verdriet steelde.
Niemand kijkt je meer aan.
Lopend door de gang.
Want ze zien je amper staan.
Zelf word je niet bang.
Het zijn de verdrietige gedachten,
Die het doen ..
Laat wat van je horen