O,huisje aan de bos en heiderand,
aan jou heb ik mijn hart verpand.
Waar 26 mei 1932 mijn wiegje stond, het was in Nieuwenhagen,
mijn geboorte grond.
Bij jou zag ik mijn levenslicht,
hier blies de wind voor het eerst
in mijn gezicht.
Hier kreeg ik mijn eerste hapjes,
hier zette ik mijn eerste stapjes.
Q huisje omringd door hoge bomen, waaronder ik dikwijls
zo heerlijk
kon dromen.
Of ik speelde samen
met cheng en joep,
mijn beste vriendjes op jou stoep.
De volwassen tijd is vlug gekomen,
ik ging trouwen
en ergens anders wonen.
Toch blijf jij mijn mooiste stekje,
mijn dierbaar huisje,
mijn geboorte plekje.
Laat wat van je horen