Ik ben niet van beton,
ookal dans ik mee
Beton heeft gaten,
de zon straalt er doorheen
Verwarmt mijn hart,
doet mijn ziel stralen door ogen
Zo groot die schitteren
als het mooiste water
Waar ik God ooit tegenkomen zal
Daar is hemel en aan de poort
een koninklijk moment
In het Paradijs van
de oneindige liefde
Narren, blozende engelen en rechtvaardige poortwachter
Waar zelfs een bruine
satan met hoge hoop krullen
Zich thuisvoelt,
niet heeft in te brengen
Behalve dat ik
na een serieuze terugblik
Zeg “Dat haar, dat stoort”
En denk “Lucas dat is afgesproken”
En voel “God wat een hemelse ogen!”
Konden we maar samen verder
Naar het allermooiste oord
Als dat nu eens zou mogen…
Laat wat van je horen