Ik liep vrolijk door de weide.
Naar wat de vogeltjes
tegen mij zeiden.
Je word bedrogen.
Je vriendin heeft gelogen.
Zei het vogeltje tegen mij.
Daar liep ik dan alleen.
Door de donkere bossen heen.
Toen begon er licht te schijnen.
De duisternis begon te verdwijnen.
Daar stond ze dan.
Mijn vriendin.
Mijn nieuwe vriendin.
Zij nam het op voor mij.
Altijd, ze was altijd bij mij.
Ik ben niet meer alleen.
Laat wat van je horen